13

«اللَّهُمَّ إِنِّي أَعُوذُ بِكَ مِنْ الْبُخْلِ وَأَعُوذُ بِكَ مِنْ الْجُبْنِ وَأَعُوذُ بِكَ أَنْ أُرَدَّ إِلَى أَرْذَلِ الْعُمُرِ وَأَعُوذُ بِكَ مِنْ فِتْنَةِ الدُّنْيَا وَأَعُوذُ بِكَ مِنْ عَذَابِ الْقَبْرِ»
{وهو دعاء يُشرع قوله في التشهد الأخير قبل السلام}

Alllahuma 'inni 'aeudh bika min albukhl wa'aeudh bika min aljubn wa'aeudh bika 'an 'uradd 'iilaa 'ardhal ‘umur wa'aeudh bika min fitnat alddunya wa'aeudh bika min eadhab alqabri.

O Allah, ik zoek mijn toevlucht bij U tegen gierigheid, ik zoek mijn toevlucht bij U tegen lafheid, ik zoek mijn toevlucht bij U tegen ouderdom (en seniliteit), ik zoek mijn toevlucht bij U tegen de verleiding van de wereld en ik zoek toevlucht bij U tegen de straf in het graf.

Het is een smeekbede die wordt voorgeschreven in de laatste tashahhud vóór de aanhef

13/16