11

(يَا حَيُّ يَا قَيُّومُ بِرَحْمَتِكَ أَسْتَغِيثُ أَصْلِحْ لِي شَأْنِي كُلَّهُ، وَلَا تَكِلْنِي إِلَى نَفْسِي طَرْفَةَ عَيْنٍ)

ya hayyu ya qayyum birahmatik 'astaghith 'aslih li shani kullahu, wala takilni 'iilaa nafsi tarfat eayn

O mensen, O mensen, met Uw genade, ik hulp zoeken, ik ben vaststelling van mijn zaken voor hen allen, en niet toevertrouwen me met een knipoog van een oog.

11/12